met de steun van

Zoeken

AMAURODES PASSERENI, Westw. FRA. EQUAT. AFR.

Op het eerste zicht een objectieve foto van een kever met een neutrale wetenschappelijke beschrijving. Maar wanneer je goed naar het label kijkt, zie je waar de kever gevonden is. Frans-Equatoriaal-Afrika was een Franse kolonie van 1910 tot 1960. Het linken van plaatsnamen aan objecten verwijst vaak naar een specifieke tijd met een specifiek wereldbeeld, in dit geval een Eurocentrisch en koloniaal beeld.

Nummulites

Tekening van fossiele nummulieten

Groepsfoto hospitaalzusters en dokters naast een schilderij voor een portaal

In 2023 nam Musea Brugge het beheer van 6000 erfgoedstukken over van OCMW Brugge. Daartoe behoorden ook meer dan 300 glasplaten. Het betreft vooral opnames van kunstwerken die zich in het Sint–Janshospitaal en bij uitbreiding de O.C.M.W. collectie bevinden.

Verhaal in 4 delen (kerstman)

Dit is één van de 50-tal lantaarnplaatjes in de collectie Volkskunde. Deze werden gebruikt in een toverlantaarn, een soort diaprojector waarmee men oorspronkelijk vergrote beelden van op glas geschilderde voorstellingen op een wit scherm of lichte wand kon projecteren. De naam ‘toverlantaarn’ of ‘lanterna magica’ is te danken aan de magische krachten die de toeschouwers hier aanvankelijk aan toeschreven.

De eerste lantaarnplaatjes werden met de hand geschilderd, maar later werd een soort overdrukplaatje op het glas geplaatst, de zogenaamde decalcomanie. Het geselecteerde plaatje komt uit een reeks van 12 en werd uitgebracht door Gebrüder Bing in Nürnberg (Duitsland) rond 1895. We zien Sint-Nikolaus, bij ons gekend als Sinterklaas, weergegeven als een man met lange witte baard in bruine pij en met een blauwe hoed met veer. De man dreigt eerst met de roe, maar beloont uiteindelijk de brave kinderen alsnog met lekkers.

KAGA, Nieuw-Zeeland, Landschap

Reizen was één van de populairste onderwerpen voor toverlantaarnvoorstellingen. Het publiek werd ook echt letterlijk mee op reis genomen in verhalen langs oude en nieuwe bestemmingen. Bijgevolg zijn immersie en esthetiek zo alomtegenwoordig in voorstellingen dat we ze ook kunnen bemerken in schijnbaar wetenschappelijke, objectieve glasplaten. Zo ook in de slides van het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap van Antwerpen, waarvan het archief wordt bewaard in de Bijzondere Collecties van de universiteitsbibliotheek van de Universiteit Antwerpen. De glasplaat hierboven belichaamt perfect wat de toverlantaarn zo succesvol maakte; de onlosmakelijke band tussen vorming en vermaak. Hoewel er specifieke boomsoorten verbeeld worden, wat ook zo aangegeven staat op het label van de slide, is het toch vooral het esthetische van de afbeelding dat het meeste in het oog springt. De oprijzende bomen, en de piepkleine mensen op de grond, spreken tot de verbeelding van de kijker en uiteindelijk is het dat soort beeldtaal dat het publiek wist te raken en van de toverlantaarn zo een geslaagd massamedium maakte.

KAGA, Afrika, Kaarten

Deze glasplaat is afkomstig uit de archieven van het Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap van Antwerpen (KAGA), dat deel uitmaakt van de Bijzondere Collecties van de universiteitsbibliotheek van de Universiteit Antwerpen. Vanaf 1876 organiseerde deze vereniging tal van lezingen door ontdekkingsreizigers, geografen en andere wetenschappers. Op dat moment waren lantaarnlezingen, waarbij beelden op glazen platen werden geprojecteerd, buitengewoon populair als massamedium. De afbeeldingen van verre, exotische landen, die voor veel Belgen ontoegankelijk waren, trokken bijzonder veel belangstelling.

Modelboek van de Mechelse glazeniers, 17de eeuw

Het modelboek van het Mechelse glazeniersambacht bevat ontwerpen voor glasramen, opgelegd in het kader van de toelatingsproef voor wie zich 'meester-glazenier’ of ‘meester-glazenmaker’ wou noemen. Dit kaderde in een jarenlange opleiding . De finale test was het afleggen van de meesterproef, een verplicht werkstuk dat de kandidaat aan het ambachtsbestuur moest voorleggen. Pas na de goedkeuring van dat proefstuk werd hij erkend als meester in het vak en mocht hij het beroep uitoefenen.

Ontwerpen voor glasramen - meesterproeven

Het topstuk bestaat uit twee restanten van 18de-eeuwse modelboeken met patronen voor proeven die afgelegd moesten worden om het meesterschap te behalen als glasmaker in het Sint-Lucasgilde te Brugge. De tekeningen geven een goede indruk van de technische kwaliteitseisen die aan glazeniers werden gesteld. De modelboeken zijn zeldzaam en zijn van groot belang voor de studie van de gilden in de Zuidelijke Nederlanden. Samen met een 17de-eeuwse modelboek uit Mechelen en twee bewaarde uitgevoerde meesterproeven die worden bewaard in Brugge en Leuven getuigen de tekeningen van de werking van de gilden en de meesterproef in het bijzonder.

Fragmentair Tongers Liedboek

Twee laat vijftiende-eeuwse fragmenten met polyfone muzieknotatie, die eind twintigste eeuw ontdekt werden. Tot dan hadden de folia dienst gedaan als omslag voor een stapeltje rekeningen, dat opgeborgen was in een onopvallende en niet geklasseerde map ‘varia’. De archiefbescheiden zijn afkomstig van de Tongerse Sint-Niklaaskerk, die begin negentiende eeuw werd afgebroken.

Verzamelhandschrift rederijkerskamer De Goudbloem Sint-Niklaas

Dit verzamelhandschrift omvat een reeks afschriften van toneelstukken en lofdichten daterend uit de 17de eeuw. Het gaat om het repertorium van de rederijkerskamer De Goudbloem Sint-Niklaas. De Goudbloem Sint-Niklaas duikt voor het eerst op als 'De Rethorisienen van Temssche ende Sente Niclaus' in het kader van hun deelname aan de kermisommegang in Dendermonde in augustus 1529. De kamer werd op 10 februari 1537 gedoopt door De Fonteine uit Gent. In 1610 werd de kamer door De Fonteine als hoofdkamer van het Land van Waas erkend, waardoor ze het recht kreeg nieuwe kamers in haar gebied te dopen. In 1611 doopte ze de kamers van Elversele en Nieuwkerken.