met de steun van

"Wij hadden dit project nooit kunnen doen zonder onze vele erfgoedpartners."

Aan het woord Geschreven op 26 dec. 2023
PXL 20230523 1222578232

Het GIVE-project is een ongezien digitaliseringsproject: meer dan 800.000 krantenpagina's, topstukken en glasplaten worden gedigitaliseerd en digitaal gearchiveerd, en met de hulp van artificiële intelligentie krijgen zo’n 130 audiovisuele collecties extra beschrijvingen. Dat zijn niet alleen indrukwekkende cijfers, het project valt ook op door de nauwe samenwerkingen die werden aangegaan: tussen erfgoedorganisaties, experten ter zake, technische partijen, enzovoort.

Ben je benieuwd wie zijn of haar schouders onder het project zette? In dit artikel duik je via 10 vragen achter de schermen en maak je kennis met iemand die heeft bijgedragen aan het project. 'Aan het woord' is Lobke Vanden Eynden, projectleider digitalisering en digitale instroom bij meemoo.

Hoe ben je betrokken bij het GIVE-project? Wat is jouw rol?

Ik werk bij meemoo, dus ik zit echt bij de bron van het GIVE-project. Ik ben projectleider voor het digitaliseringstraject rond topstukken uit papier of perkament - denk aan handschriften en oude drukken. Ik sta dus in voor het algemeen projectmanagement van het hele project. Dat omvat de aanbestedingsprocedure, contact met collectiebeheerders en digitaliseringspartners tot zelf assisteren tijdens de digitalisering. Uiteraard stond ik er niet alleen voor, maar samen met mijn fantastische collega’s bij meemoo én onze vele cultureelerfgoedpartners.

Wat maakt de digitalisering van topstukken zo belangrijk en waardevol volgens jou?

Een topstuk is volgens de definitie zeldzaam en onmisbaar. 40 topstukken uit papier of perkament hadden bij het begin van het GIVE-project nog geen hoogwaardige digitale kopie.

Maar als we ons erfgoed kwalitatief willen bewaren is digitalisering noodzakelijk. Het zorgt ervoor dat de inhoud van de topstukken de tand des tijds doorstaan.

De topstukken zijn kwetsbaar en sommige zijn niet zomaar te bekijken of te onderzoeken, omdat ze bijvoorbeeld in een abdij of een kluis worden bewaard. Door ze te digitaliseren zijn ze voor iedereen toegankelijk en brengen we deze handschriften en oude drukken tot in het kleinste detail in ieders huiskamer.

Als kers op de taart werd het GIVE-project bekroond met een Vlaanderen Digitaal Award, waarbij de jury de maatschappelijke waarde van het project onderstreept. Het toont hoe relevant dit project is.

Welke impact hoop je dat het GIVE-project zal maken?

Bij meemoo dromen we ervan het verleden tot leven te brengen en het klaar te maken voor de toekomst. We willen het waardevolle Vlaamse erfgoed digitaal beschikbaar maken voor een breed publiek en mensen prikkelen om met erfgoed aan de slag te gaan, bijvoorbeeld in de klas, in hun vrije tijd of in hun job.

Binnen de cultureelerfgoedsector hoop ik dat we met het GIVE-project het belang van een hoogwaardige digitalisering en duurzame archivering kunnen aantonen. Maar ook de meerwaarde van samenwerken. Wij hadden dit project nooit kunnen doen zonder onze meer dan 175 erfgoedpartners!

Persoonlijk hoop ik stiekem dat onderzoekers massaal aan de slag gaan met de digitale kopieën en ze in een van de manuscripten verrassende ontdekkingen doen.

Welke uitdagingen kwam je tegen in jouw werkzaamheden in het project en hoe ging je daarmee om?

Ieder stuk is uniek en die diversiteit van de veertig objecten die we hebben gedigitaliseerd was echt een uitdaging. Gemaakt van papier of perkament, gebonden of ongebonden, van heel klein (10 cm) tot heel groot (65 cm). Sommige objecten hebben de tand des tijds goed doorstaan, andere zijn in zeer slechte staat, met scheuren en inktvraat. En ze worden bewaard over heel Vlaanderen, van Brugge tot Tongeren en alles daartussen.

Ondanks die verschillen wilden we de digitalisering toch op een zo systematisch mogelijke manier aanpakken. Voorbereiding en dialoog waren echt cruciaal.

Onze digitaliseringspartner GMS heeft een op maat gemaakte mobiele boekenwieg ontworpen. Maar om die goed te kunnen maken, moesten we op voorhand zoveel mogelijk informatie verzamelen over de veertig te digitaliseren objecten. We zijn ook een aantal keren afgereisd naar GMS in Nederland om alles goed op te volgen en door te spreken. Door die grondige voorbereiding zijn we samen tot zeer mooie resultaten gekomen en hebben we het project naar een hoger niveau kunnen tillen.

Wat heb je bijgeleerd of ontdekt tijdens dit project?

Ik heb zoveel mooie verhalen, mensen en topstukken ontdekt! Als historica heb ik enorm genoten van deze ontdekkingstocht doorheen manuscripten. Sommige uit de tiende eeuw, andere een stuk recenter uit de twintigste eeuw. Ik heb echt veel bijgeleerd over hoe deze historische boeken werden gemaakt. De manier waarop een boek is gebonden heeft bijvoorbeeld invloed op hoe een boek ligt als je het openklapt. Dat lijkt niet belangrijk, maar we wilden echt alle details van een pagina capteren. Hoe een boek ligt heeft een grote invloed als je foto’s ervan wil maken. Soms deed een beetje meer foam of mousse op een specifieke plek onder het boek wonderen om plots veel meer dingen die in de marge staan in beeld te kunnen brengen. Dat waren telkens kleine yes-momentjes, want dan wisten we dat die miniatuur, muzieknoot, of aantekening veilig was gesteld voor de toekomst.

Welke samenwerkingen binnen het project hebben de grootste indruk op je gemaakt, en waarom?

De samenwerkingen met de achttien collectiebeheerders, van musea tot archieven en erfgoedbibliotheken, was erg aangenaam en leerrijk.

Maar de samenwerking met de kerkelijke instellingen, de abdijen in het bijzonder, heeft me het meest verrast. Het is een groep waar wij bij meemoo niet vaak mee samenwerken, dus dat was wel spannend. Op voorhand heb je geen zicht op wie of wat je gaat aantreffen binnen de abdijmuren. De realiteit is dat ik daar bijzonder warm werd ontvangen en overspoeld werd met interessante verhalen over hun collecties, maar ook soms sappige verhalen. Ik heb extra geïnvesteerd in deze nieuwe samenwerkingen en ben best trots op het resultaat. Er is echt een goede band ontstaan en er is wederzijds vertrouwen. Hopelijk zijn we nog eens welkom om nog meer hun prachtig erfgoed te digitaliseren!


Wat is jouw favoriete topstuk en waarom?

Net zoals het not done is om een favoriet kind te kiezen, mag ik eigenlijk ook geen favoriet topstuk hebben. Maar het Antifonarium van Vorst (1500-1502) is dat stiekem wel. De boeken verkeren in een zeer goede staat. De miniaturen en verluchtingen hebben nog zo’n mooie kleuren, het lijkt alsof ze gisteren geschilderd zijn.

Elk boek weegt zeker dertig kilogram. Ze pasten maar net op onze mobiele boekenwieg voor de digitalisering. Het was een serieuze uitdaging.

Mijn hart ging ook sneller slaan van het oorlogsdagboek van Virginie Loveling (1914-1918). De Boekentoren van de UGent bewaart het dagboek en het is echt een heel bijzonder stuk. Het bestaat uit bijna 4000 A5-blaadjes, soms aan elkaar genaaid met kwetsbaar garen, maar ook losse fragmenten, aangekleefde stukjes, enveloppen, krantenartikels, aantekeningen, later toegevoegde correcties, enzovoort. Een ‘scrapbook’ avant la lettre. En dan heb ik het nog niet over de beklijvende inhoud van dit egodocument uit oorlogstijd. Ik vond het een hele eer om tien dagen lang het dagboek van deze bijzondere vrouw door mijn vingers te laten gaan.

De miniaturen en verluchtingen hebben nog zo’n mooie kleuren, het lijkt alsof ze gisteren geschilderd zijn.

Welk topstuk, manuscript, krant of glasplaat moet voor jou zeker nog worden gedigitaliseerd? Waarom?

We hebben met het GIVE-project 40 objecten uit papier of perkament gedigitaliseerd, samen 26 topstukken. (Een topstuk bestaat soms uit meerdere objecten. Zo kan een volledig archief of hele bibliotheek als één topstuk erkend zijn, nvdr.) Er zijn nog meer dan genoeg topstukken uit papier of perkament die nog geen hoogwaardige digitale kopie hebben, maar waarbij digitalisering echt wel nodig is. Daarnaast zijn er nog veel waardevolle handschriften of oude drukken die niet erkend zijn als topstuk, maar die ik ook graag digitaal vereeuwigd zou zien.

Wie denk je dat het meest profiteert of het meest beïnvloed wordt door de digitalisering van de erfgoedobjecten?

Ik hoop vooral toekomstige generaties te inspireren. Onze hoge kwaliteitsnormen en duurzame archivering zijn er echt op gericht om zeer lange bewaring mogelijk te maken. Ik hoop dus dat de beelden zeer lang goed bruikbaar en raadpleegbaar zullen zijn, voor scholen, onderzoekers of andere geïnteresseerden.

Wat zou je, op basis van je persoonlijke ervaringen en expertise, aanraden aan iemand die in de toekomst aan een soortgelijk project als het GIVE-project wil meewerken?

Voorbereiding, voorbereiding, voorbereiding. In het GIVE-project was een goede voorbereiding meer dan het halve werk. Ik heb ongeveer twee jaar voorbereid, om dan uiteindelijk ‘maar’ 39 dagen te digitaliseren.

Een goed doordachte aanbesteding met voldoende hoge kwaliteitsnormen is ook cruciaal, maar het is ook belangrijk om uiteindelijk praktijk en theorie zoveel mogelijk te proberen verzoenen en daar soms pragmatisch in te zijn.

Voor de liefhebbers, er volgen nog uitgebreide eindrapporten met al onze adviezen en ‘lessons learned’. Een aanrader!


Visuals2 manuscripten unifolio2

Benieuwd hoe de manuscripten en oude drukken werden gedigitaliseerd?

Meer weten?

Screenshot 2023 11 30 at 09 58 36
Podcast

Magistrale topstukken

IMG 20230626 101019
Aan het woord

"Alle topstukken verdienen een digitale kopie"

Screenshot 2023 12 11 at 15 03 22
Inspirerend erfgoed

Erfgoed door de ogen van kinderen