Dit verzamelhandschrift bevat uiterst zeldzame afschriften van de toneelwerken die vader Guilliam Caudron sr. (1584-1639) en zoon Guilliam Caudron jr. (1607-1692) - beiden lid van de rederijkerskamer van Sint-Catharina te Aalst en gekend als Willem Caudron - in de loop van de 17de eeuw schreven en/of naar het Nederlands vertaalden.
Guilliam Caudron sr. is een belangrijke literair-historische figuur, in eerste instantie om zijn plaats in het literaire leven van zijn tijd maar ook vanwege het werk dat hij schreef. Caudron sr. verwierf voor het eerst aanzien dankzij een opdrachtgedicht in Justus de Harduwijns De Weerliicke Liefden tot Roose-mond. Hij schreef echter ook het bijbelstuk Nabugodonosor waarvan in dit handschrift een uiterst zeldzaam afschrift is overgeleverd. Als de veronderstelling klopt dat dit stuk tussen 1605 en 1610 geschreven is, dan kan deze tekst van 749 versregels als een belangwekkend overgangsspel beschouwd worden dat de start van het renaissancetoneel in Vlaanderen inluidt. Door de rederijkers-relicten te onderscheiden van renaissance-elementen krijgen wij een overgangsbeeld te zien, dat voor het verschijnen van deze tekst nauwelijks waarneembaar is geweest. Niet alleen het spel, ook de persoon van Guilliam Caudron krijgt hierdoor een eigen plaats aangewezen in de ontwikkelingsgeschiedenis van de dramatische dichtkunst. In 1622 vertaalde Caudron sr. de Rosimonda van Jacob van Zevecote uit het Latijn, ook van deze vertaling is een afschrift opgenomen in dit verzamelhandschrift. Van Guilliam jr., bekend als de 'Aalsterse gelaurierde poëet', is vooral het dichtstuk Leven der groote Catharina van Alexandriën bekend.
Bronvermelding: Guilliam Caudron sr. en Guilliam Caudron jr., zeventiende eeuw, Verzamelhandschrift werken vader en zoon Guilliam Caudron, Stadsarchief Aalst, Publiek domein