met de steun van

Zoeken

Zichten van de Ninglinspo

Een voorbeeld van een Belgische toeristische trekpleister: het feeërieke Ninglinspo

Zichten van de Ninglinspo

Een voorbeeld van een Belgische toeristische trekpleister: het feeërieke Ninglinspo

Zichten van de Ninglinspo

Een voorbeeld van een Belgische toeristische trekpleister: het feeërieke Ninglinspo

Koksijde: zeewijding

Glasnegatievencollectie Stadsarchief Poperinge

In 1869 begon Achille Sansen met een steendrukkerij in Poperinge. Zijn zoon Valère nam het bedrijf over en bekwaamde zich als drukker/uitgever. In 1904 startte hij met het Notarieel Annonceblad van Poperinghe en omstreken. Later werd dit De Poperinghenaar en na de Tweede Wereldoorlog kreeg het blad de naam Het Wekelijks Nieuws. Op dat ogenblik hadden Albert en Jan Sansen de uitgeverij en handelsdrukkerij van hun vader overgenomen. Tot 2004 bleef de firma in Poperinge actief.

Oostduinkerke: Garnaalfeest

Glasnegatievencollectie Stadsarchief Poperinge

In 1869 begon Achille Sansen met een steendrukkerij in Poperinge. Zijn zoon Valère nam het bedrijf over en bekwaamde zich als drukker/uitgever. In 1904 startte hij met het Notarieel Annonceblad van Poperinghe en omstreken. Later werd dit De Poperinghenaar en na de Tweede Wereldoorlog kreeg het blad de naam Het Wekelijks Nieuws. Op dat ogenblik hadden Albert en Jan Sansen de uitgeverij en handelsdrukkerij van hun vader overgenomen. Tot 2004 bleef de firma in Poperinge actief.

Exterieur Kasteel van Gaasbeek, westelijke vleugel na verbouwing

Deze glasplaat, die deel uitmaakt van een reportage van Auguste Van Gele, toont het Kasteel van Gaasbeek voor 1893, in volle transitie naar het neorenaissance gebouw dat we nu kennen. De restauratie van het kasteel in de geest van Viollet-le-Duc, een grootse restyling, is voltooid. De erker kijkt al fier uit over de tuin, het omliggende park en Pajottenland. De binnentuin ligt er nog braak bij. Markiezin Arconati Visconti, opdrachtgeefster voor de restauratie van het kasteel, liet vermoedelijk tussen 1891 en 1893 een parterretuin aanleggen, in de stijl vanItaliaanse renaissancetuinen. Het lege grasveld werd ingedeeld in vakken met lage haagjes en snoeivormen. De neorenaissancestijl die de architectuur en tuin van het Kasteel van Gaasbeek zo kenmerkt, kwam voort uit de kunsthistorische interesse van markiezin Arconati Visconti. Ze had een romantische nostalgie naar de renaissance, de humanistische periode die ze uiteraard nooit zelf meegemaakt had, maar waar ze zichzelf wel in zag ronddwalen. Haar melancholie lag aan de basis van haar lichtjes megalomane restauratieproject. Dit gevoel had ook paradoxale kanten, waar de glasplaten een zeer materiële uiting van zijn. Hoewel ze bij de restauratie graag teruggreep naar het verleden, liet ze de werken wel met de modernste snufjes uit haar eigen tijd nauwgezet documenteren.

Gezelschap op de binnentuin van het Kasteel van Gaasbeek

Deze glasplaat dateert uit een periode waarin het societyleven in het Kasteel van Gaasbeek, waarvan markiezin Arconati Visconti de gangmaker was, floreerde. De markiezin spendeerde het grootste deelvan haar tijd in Parijs, waar ze allerlei bekende en soms notoire figuren uit de liberale politieke en culturele wereld uitnodigde. In september en oktober - het jachtseizoen - verbleef ze in het Kasteel van Gaasbeek, waar ze ook allerlei binnen- en buitenlandse gasten ontving. Taferelen van feestjes in haar Belgische buitenverblijf zijn er wel meer, maar slechts zelden prijkt daar een gemengd gezelschap op foto’s. De markiezin had de reputatie nogal afstandelijk te zijn ten opzichte van andere vrouwen. De bekende Belgische historicus Jean Stengers bezorgde haar zelfs de titel van ‘une intellectuele misogyne’. Maar op deze glasplaat zien we vrouwelijke gasten uit het gegoede burgerlijke milieu. De mooi uitgedoste heren en dames van stand lijken uiterst in hun nopjes in het wonderlijke Kasteel van Gaasbeek.

Interieur: Ridderzaal Kasteel van Gaasbeek

Het volledige interieur van het Kasteel van Gaasbeek werd in neorenaissancestijl gerestaureerd, met uitzondering van een aantal ruimtes. Naast haar privévertrekken in neorococo koos de markiezin in de bombastische Ridderzaal voor neogotiek. Een zeer opmerkelijke keuze, omdat deze neogotische stijl typerend was voor religieuze gebouwen, en de markiezin in navolging van haar vader, radicaal politiek journalist Alphonse Peyrat, hevig antiklerikaal was. De Ridderzaal getuigt van de sterke interesse van de markiezin en haar Brusselse architect Charle-Albert in geschiedenis. De taferelen in deze statige, ronde zaal tonen belangrijke momenten uit de geschiedenis van het kasteel. Hier wordt 800 jaar turbulent verleden verbeeld: van de middeleeuwse hertogen van Leuven over de Gaasbeekse passage van de graaf van Egmond tot de beschieting van de burcht door de troepen van Lodewijk XIV.

Foto van portiek Rubenshuis vóór restauratie

In 1946 opent het Rubenshuis als museum na een jarenlange restauratie onder leiding van stadshoofdbouwmeester Emiel Van Averbeke(1876–1946). Van Averbeke waakte erover dat alle authentieke elementen van het huis, het atelier en de tuin zo goed mogelijk gedocumenteerd en nauwkeurig hersteld werden. De vele foto’s hielpen daarbij. De glasplaten getuigen van de grote restauratiecampagne van Van Averbeke, maar tonen ons ook de toestand van het huis en de tuin vóór de aanvang van de werken.

Rubenshuis, portiek tijdens restauratie, boog

In 1946 opent het Rubenshuis als museum na een jarenlange restauratie onder leiding van stadshoofdbouwmeester Emiel Van Averbeke(1876–1946). Van Averbeke waakte erover dat alle authentieke elementen van het huis, het atelier en de tuin zo goed mogelijk gedocumenteerd en nauwkeurig hersteld werden. De vele foto’s hielpen daarbij. De glasplaten getuigen van de grote restauratiecampagne van Van Averbeke, maar tonen ons ook de toestand van het huis en de tuin vóór de aanvang van de werken.