met de steun van

"Foto’s zijn altijd subjectieve visies op de realiteit."

Aan het woord Geschreven op 02 jan. 2024
IMG 5158

Het GIVE-project is een ongezien digitaliseringsproject: meer dan 800.000 krantenpagina's, topstukken en glasplaten worden gedigitaliseerd en digitaal gearchiveerd, en met de hulp van artificiële intelligentie krijgen zo’n 130 audiovisuele collecties extra beschrijvingen. Dat zijn niet alleen indrukwekkende cijfers, het project valt ook op door de nauwe samenwerkingen die werden aangegaan: tussen erfgoedorganisaties, experten ter zake, technische partijen, enzovoort.

Ben je benieuwd wie zijn of haar schouders onder het project zette? In dit artikel duik je via 10 vragen achter de schermen en maak je kennis met iemand die heeft bijgedragen aan het project. 'Aan het woord' is Willy Van de Vijver, archivaris Stadsarchief Mechelen.

Willy Van De Vijver

Hoe ben jij betrokken bij het GIVE-project? Wat is jouw rol?

Ik werk voor het Stadsarchief van Mechelen, waar ik verantwoordelijk ben voor het inhoudelijk beheer van de collecties, waaronder de omvangrijke verzamelingen glasplaten (circa 22.000 stuks). Het Stadsarchief werkt al langer samen met meemoo dus het was logisch om in te stappen in GIVE.

Binnen het project zorgde ik voor de opvolging en coördinatie van alle voorbereidingen en nazorg van de digitalisering van onze glasplaten. Concreet gaat het dan om het aansturen van alle betrokkenen en het opvolgen van diverse taken zoals zorgen voor voldoende en juiste verpakkingsmaterialen of de praktische voorbereidingen van de transporten.

Wat maakt de digitalisering van glasplaten zo belangrijk en waardevol volgens jou?

Het Mechelse Stadsarchief heeft al bijna twintig jaar een online beeldbank (www.regionalebeeldbank.be/, nvdr. ). Dat is een echt succes, we merken dat historisch beeldmateriaal erg populair is bij het grote publiek. Maar ook voor wetenschappelijke publicaties en zelfs straatposters worden de beelden gebruikt.

De vele glasplaten vormen dan ook een geweldige, nog te ontdekken schat aan beelden. Daarnaast zijn glasplaten erg kwetsbare en niet eenvoudig te hanteren objecten die je met gepaste zorg moet behandelen. Voor een digitale kopie maakt het niet uit hoeveel keer die wordt bekeken.

Welke impact hoop je dat het GIVE-project zal maken?

Met de digitalisering van de vele glasplaten slaan we twee vliegen in één klap. In de nabije toekomst kunnen we een grote hoeveelheid historische beelden presenteren aan het publiek. Op langere termijn betekent het een betere bewaring van de glasplaten omdat ze niet meer nodeloos naar boven worden gehaald.

Welke uitdagingen kwam je tegen in jouw werkzaamheden in het project en hoe ging je daarmee om?

Een flink deel van onze glasplaten had al een degelijke inhoudelijke beschrijving. Daardoor was de verleiding groot om dat voor de ‘nieuwe’ nog niet beschreven platen ook te doen. Door de strakke timing van het project hebben we dat voornemen grotendeels moeten loslaten. De beschrijvingen van die nog niet eerder beschreven platen hebben we noodgedwongen beperkt tot één of twee kernwoorden. In een latere fase gaan we daar verder op ingaan. Het is uiteindelijk ook efficiënter omdat we dan over de positieve, digitale beelden beschikken die een betere identificatie mogelijk maken.

Af en toe duiken bijzondere, ongekende foto’s op. Zo’n beeld zorgt toch voor een nieuwe interpretatie of visie van historische feiten die je denkt te kennen.

Wat heb je bijgeleerd of ontdekt tijdens dit project?

Ondanks het feit dat we onze beeldcollecties over het algemeen goed kennen, duiken er af en toe toch nog bijzondere, ongekende foto’s op. Bijvoorbeeld van gebeurtenissen, plaatsen of toestanden die we wel uit schriftelijke bronnen kenden, maar waar we geen beeld van hadden. Zo’n beeld zorgt toch voor een nieuwe interpretatie of visie van historische feiten die je denkt te kennen.

Het was ook heel leerrijk en inspirerend om geleidelijk de verschillende ‘stijlen’ en daarmee ook een beetje de persoonlijkheden van de fotografen te leren (her)kennen. Daaruit blijkt nog maar eens dat foto’s – zelfs de persfotografie – ook in meerdere of mindere mate subjectieve visies op de realiteit zijn.

Welke samenwerkingen binnen het project hebben de grootste indruk op je gemaakt, en waarom?

De meemoo-medewerkers maakten indruk als deskundige en gedreven organisatoren. Ze speelden goed in op de noden en verwachtingen van de partners, dachten goed mee en waren flexibel waar dat haalbaar was zonder evenwel de kwaliteitsnormen uit het oog te verliezen. Verder was ik nog maar eens getroffen door de gedreven inzet van onze vrijwilligers. Zowel in het voorbereidende traject als tijdens het eigenlijke GIVE-project hebben ze bergen werk verzet door die duizenden glasplaatjes stuk voor stuk in te pakken, te nummeren en te beschrijven. Zonder hen hadden we dit project niet kunnen bolwerken.

Wat is jouw favoriete glasplaat en waarom?

Door de grote omvang en verscheidenheid van de collecties glasplaten is dat geen gemakkelijke vraag. Maar ik doe een poging.

Een groot deel van onze beelden past binnen de documentairefotografie of de persfotografie uit de periode 1930-1960. Op veel van die foto’s kijken mensen altijd vrij ernstig en zijn ze zich vaak erg bewust van het sérieux van dat moment. Maar er zijn bepaalde foto’s waarop mensen zich in het openbaar meer ongedwongen en vaak emotioneel tonen. Concreet denk ik dan aan foto’s van winnaars van wielerwedstrijden en het uitbundige of trotse publiek na de aankomst. Maar even goed aan het enthousiasme op foto’s van de bevrijding uit 1944.

Als “21ste-eeuwer” heb je dan een bepaald gevoel van herkenning of affiniteit met de mensen op de foto’s. In ieder geval lijken deze mensen dan op een bepaalde manier dichter bij ons te staan dan de ernstig kijkende medemensen. Ik gebruik hier met opzet ‘lijken’ omdat we wellicht onze hedendaagse emoties projecteren op toestanden uit een verleden waarmee we in werkelijkheid niet of nauwelijks mee verbonden zijn. In ieder geval is het voor mij telkens een bijzondere en vaak fijne ervaring om dit soort foto’s te mogen bekijken.

Welke glasplaat moet voor jou zeker nog worden gedigitaliseerd? Waarom?

Nagenoeg onze volledige collectie werd gedigitaliseerd. Wij zijn dus heel tevreden en we hebben niet veel stukken meer die wachten om gedigitaliseerd te worden.

Ik verwacht wel dat er door de aandacht voor dit digitaliseringstraject en door het publiek maken van deze glasplaten, we in de komende jaren nog heel wat schenkingen van dit type materiaal zullen mogen verwelkomen. Dat is goed nieuws, maar dat betekent ook dat we meteen hopen dat er dan opnieuw kansen komen om ook deze nieuwe collecties te digitaliseren.

Wie denk je dat het meest profiteert of het meest beïnvloed wordt door de digitalisering van de erfgoedobjecten?

Het Mechelse Stadsarchief is een overheidsarchief. Wij bewaren en beheren dus collecties van de gemeenschap. En die ganse gemeenschap is dan ook de voornaamste ‘begunstigde’. De historische glasplaten maken deel uit van ons gemeenschappelijk erfgoed. Dankzij deze digitalisering zijn ze beter vindbaar en raadpleegbaar voor het publiek én kunnen ze beter bewaard worden.

Wat zou je, op basis van je persoonlijke ervaringen en expertise, aanraden aan iemand die in de toekomst aan een soortgelijk project als het GIVE-project wil meewerken?

Het is eigenlijk een no-brainer. Deelnemen, meedoen, dat is mijn grootste raad. Voor elke erfgoedprofessional in Vlaanderen zijn de voordelen duidelijk. Via de samenwerking maak je optimaal gebruik van de uitgebreide kennis en expertise van meemoo en andere partners. Ideaal om je eigen knowhow aan te scherpen.

Maar zo’n project zorgt ook voor de nodige schaalvoordelen en een groot publiekspotentieel. Allemaal tegen een vrij bescheiden kostprijs.

Meer weten?

KADOC 20220215 01a
Aan het woord

“Het is niet alleen een kwestie van correct bewaren.”

Cosmo met kader lr
Inspirerend erfgoed

Kleurrijke begijntjes

RS267 5h7bs2bx53 tiff scr
Podcast

De wereld van de fragiele glasplaten