Het GIVE-project is een ongezien digitaliseringsproject: meer dan 800.000 krantenpagina's, topstukken en glasplaten worden gedigitaliseerd en digitaal gearchiveerd, en met de hulp van artificiële intelligentie krijgen zo’n 130 audiovisuele collecties extra beschrijvingen. Dat zijn niet alleen indrukwekkende cijfers, het project valt ook op door de nauwe samenwerkingen die werden aangegaan: tussen erfgoedorganisaties, experten ter zake, technische partijen, enzovoort.
Ben je benieuwd wie zijn of haar schouders onder het project zette? In dit artikel duik je via 10 vragen achter de schermen en maak je kennis met iemand die heeft bijgedragen aan het project. 'Aan het woord' is Frederik Vandewiere, deskundige registratie bij de Ieperse musea.
Hoe ben jij betrokken bij het GIVE-project? Wat is jouw rol?
Ik werk sinds 2002 bij de Ieperse Musea als Registrator. Daardoor heb ik een goed zicht op de vele collecties van de Ieperse musea. Het is vanuit die expertise dat ik ben betrokken bij het GIVE-project, waarbij ik de praktische kant van het project heb opgevolgd. Ik behield het overzicht over de te digitaliseren collecties en verdeelde het werk tussen mezelf en twee andere collega’s.
Wat maakt de digitalisering zo belangrijk en waardevol volgens jou?
De erfgoedobjecten zijn vaak erg fragiel en kwetsbaar. De aard van de materialen waaruit ze gemaakt zijn, zorgt ervoor dat het niet evident is om de objecten zelf te digitaliseren. Digitalisering is echt een vak apart, een expertise die niet overal aanwezig is. Door de krachten te bundelen in projecten zoals GIVE, kunnen we echt een verschil maken op vlak van kwaliteit en kwantiteit.
Welke impact hoop je dat het GIVE-project zal maken?
De objecten en collecties die we nu ontsluiten, bevatten een schat aan informatie. Maar er zijn nog veel collecties die wachten op digitalisering. Ik hoop dus dat dit project een vervolg krijgt, een GIVE 2.0. Er zit nog een enorme berg aan informatie verborgen in collecties, waar musea en archieven mee worstelen om ze op een goede manier te digitaliseren.
Welke uitdagingen kwam je tegen in jouw werkzaamheden in het project en hoe ging je daarmee om?
De digitalisering van onze uitgebreide collectie glasplaten was een hele uitdaging. Het hele proces van registeren en verpakken was een stevig werk, waar ik samen met twee collega’s mijn handen mee vol had. Later kregen we ook nog de hulp van een stagiair. Maar door het duidelijke doel en de mooie resultaten, hebben we dat met veel enthousiasme gedaan. De glasplaten vormen een groot volume in onze depotruimte, waardoor we heel gestructureerd aan het werk moesten gaan. We wezen telkens 1 collega toe aan een bepaalde collectie om deze van begin tot einde af te werken. Zo konden we gestaag collectie per collectie afwerken en klaar maken voor digitalisatie. Zo krijgt die grote hoeveelheid glasplaten, tot hiertoe diep verborgen in onze depotruimte, dankzij het GIVE-project eindelijk een gezicht.
Welke samenwerkingen binnen het project hebben de grootste indruk op je gemaakt, en waarom?
We werken al langer samen met meemoo, voor verschillende digitaliseringprojecten. Die samenwerking verloopt altijd vlot en dat was nu niet anders. Het lijkt allemaal eenvoudig, maar als je daar bij stilstaat, is dat zeker niet het geval. Daarom, een dikke pluim voor hen om alles altijd zo vlot te laten verlopen.
Wat is jouw favoriete topstuk, krant (en artikel), glasplaat of stukje metadata en waarom?
Mijn hart gaat toch wat sneller slaan van de glasplaten. Een favoriet kan ik niet kiezen, ze zijn allemaal even belangrijk. Het beeldmateriaal is zo mooi om te bekijken. En het zegt soms zo veel meer dan een tekst. Ik hou er echt van om naar al die fascinerende prenten, schilderijen en foto’s te kijken.
Welke glasplaat moet voor jou zeker nog worden gedigitaliseerd? Waarom?
Ik zou de vraag anders formuleren. Het zijn volledige collecties die ik gedigitaliseerd wil zien. Ik kan niet voor een specifiek object kiezen.
Er zijn nog erg veel kunststof-negatieven en -positieven. Heel veel instellingen bezitten die en ze zijn vaak niet in de allerbeste conditie. Daarvan zou ik dus erg graag een digitale kopie zien. We zouden een gelijkaardig project zoals GIVE kunnen opzetten, omdat het in huis digitaliseren hiervan niet evident is voor sommige instellingen. We gaan de waarde van die negatieven pas kunnen inschatten, wanneer we deze gedigitaliseerd hebben. Zo werden er tijdens de Eerste Wereldoorlog negatieven en glasplaten door elkaar gebruikt, door het digitaliseren van de glasplaten hebben we al toegang tot een deel van de kennis. Nu kan de rest nog volgen, om ook deze waardevolle artefacten open te kunnen stellen voor historisch onderzoek.
Wie denk je dat het meest profiteert of het meest beïnvloed wordt door de digitalisering van de erfgoedobjecten?
Op de eerste plaats, alle instellingen van wie de erfgoedobjecten zijn, want door het GIVE-project kwamen veel zaken in een stroomversnelling en kunnen nu wel ontsloten worden. Daarnaast krijgt een onderzoeker nu erg veel nieuwe bronnen ter beschikking om te bekijken, te bestuderen en te gebruiken. Tenslotte geniet het brede publiek hier uiteraard ook van. Iedereen krijgt ongetwijfeld ooit wel die mooie objecten te zien, via welke weg (digitaal of fysiek) dan ook.
Wat zou je, op basis van je persoonlijke ervaringen en expertise, aanraden aan iemand die in de toekomst aan een soortgelijk project als het GIVE-project wil meewerken?
Van de workload mag je geen schrik hebben. Zeker doen, sowieso leer je bij door hieraan mee te werken. De partnerevents zijn daarbij echt een meerwaarde om ervaringen te delen en in contact te komen met uiteenlopende partners.