In 1946 opent het Rubenshuis als museum na een jarenlange restauratie onder leiding van stadshoofdbouwmeester Emiel Van Averbeke(1876–1946). Van Averbeke waakte erover dat alle authentieke elementen van het huis, het atelier en de tuin zo goed mogelijk gedocumenteerd en nauwkeurig hersteld werden. De vele foto’s hielpen daarbij. De glasplaten getuigen van de grote restauratiecampagne van Van Averbeke, maar tonen ons ook de toestand van het huis en de tuin vóór de aanvang van de werken.
Dit is de tuin van het Rubenshuis aan het begin van de twintigste eeuw, voordat het huis een museum werd.Vanaf de 18de en vooral in de 19de eeuw gaat het barokkarakter en zelfs een deel van de tuin van Rubens verloren. Omstreeks 1890 is in de linkerhoek achteraan, naast het tuinpaviljoen, een stalgebouw verrezen, en in de tuin van het rechtergedeelte zelfs een gigantisch magazijn. Bij de lancering van het museum in 1946 wordt het oorspronkelijke karakter van de tuin zo goed mogelijk in ere hersteld. De bijna driehonderd jaar oude Venijnboom of Taxus Baccata (midden) waakt vandaag nog altijd over de tuin. Ook het paviljoen dat Rubens zelf ontwierp voor zijn eigen tuin is op de glasplaat te zien en kan je vanaf de zomer 2024 terug bewonderen.
Bronvermelding: Anoniem, Datum onbekend, Tuin Rubenshuis, Rubenshuis, Auteursrechtelijke bescherm niet bekend